
Soms kom ik in een historische bron een woord tegen waar ik op het eerste gezicht geen raad mee weet. Een woord dat kennelijk naar een alledaagse zaak verwees, maar taalkundig ondoorzichtig blijkt. Zo’n geval is het woord hetauwen, dat opduikt in het huishoudboekje van Hester della Faille, een rijke Antwerpse vrouw die in de jaren 1580 in Leiden woonde. Is het misschien een verschrijving of een vergeten specerij? Nee, het antwoord bleek een stuk alledaagser.
Uit haar boekje van 1585 blijkt dat Hester elke maand voor enkele stuivers hetauwen op de markt kocht. Niet genoeg voor een paar konijnen, een snee zalm of een brasem, maar vergelijkbaar met de prijs van een halve liter melk of een bos radijzen. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt: wat waren dat nou precies, die hetauwen?
In andere zestiende-eeuwse teksten vond ik varianten als hethouwen, etouwen en erfthauwe. Die laatste schrijfwijze bleek de sleutel: het woord bestond kennelijk uit twee delen, erwt (de peulvrucht) en hauwe. Maar waar komt dat mysterieuze hauwe vandaan?
In woordenboeken uit de zestiende en zeventiende eeuw wordt erwethouwe vertaald als pisa in siliquis (Latijn voor ‘erwten in hun peulen’) of l’escosse des pois (Frans voor ‘erwtenpeul’). De betekenis is dus helder: het ging niet om de erwt zelf, maar om de hele peul. Toch is het woord hauwe uit het alledaagse Nederlands verdwenen. Alleen in delen van Vlaanderen, Zeeland, Brabant en een stukje Limburg leeft het nog voort als dialectwoord voor peul of zaadhuls. Ook wordt het oude woord hauwe nog als technische term in de plantenkunde gebruikt.
Over de herkomst van hauwe bestond lang verwarring. Sommige taalkundigen suggereerden een verband met het Engelse awn (‘korenaar’), maar die verklaring houdt geen stand. De meest overtuigende etymologie komt van taalkundige Michiel de Vaan: hauwe betekent van zichzelf ‘omhulsel’ en is verwant aan het Oudnoorse há (‘huid’). In combinatie met erwt levert dat een volkomen logische samenstelling op: erwet-hauwe, oftewel erwtenpeul.
Vandaag zou niemand meer zeggen: “Gooi de erwethouwen even in de pan.” Maar precies zulke vergeten woorden geven ons een bijzonder inkijkje in het verleden. Ze vertellen geen verhalen over veldslagen of koningen, maar over wat gewone mensen op een dinsdagavond in 1585 op tafel zetten. En dat maakt dit soort etymologische onderzoekjes zo intrigerend…en zo smakelijk.
Voor een bronverwijzing, zie mijn uitgebreidere etymologica-artikeltje op Neerlandistiek.nl: https://neerlandistiek.nl/2025/06/etymologica-vroegnieuwnederlands-erwet-hauwe-erwtenpeul/

