In 1480 werd een ordonnantie tussen de heer van Bergen op Zoom en de stad Dordrecht opgesteld over de veerdienst tussen Oudenbosch en Dordrecht. Het archiefstuk geeft een mooi inkijkje in hoe deze middeleeuwse vervoersdienst behoorde te functioneren. Je zou het kunnen vergelijken met het reglement voor een train of tramdienst.
Route
Welke route de veerboot in de vijftiende eeuw precies nam wordt in dit archiefstuk niet toegelicht. Ik vermoed dat men via het riviertje de Mooiekene naar het Hollands Diep voer. Volgens zestiende-eeuwse kaarten heetten de daar gelegen vaargeulen toentertijd Buttervliet en Wijvekene (de naam Hollands Diep komt pas voor het eerst in de zeventiende eeuw voor).
Inhoud
Hieronder volgt een samenvatting van de bepalingen vertaald naar het Modern Nederlands. Voor de oorspronkelijke tekst, zie de bronnenuitgave van Moll (1916: 124-126).
De veerman dient met een goede gezel en een goed schip de overtocht te maken.
Een overtocht kost tien stuivers, of je nu alleen komt of met een groep van tien.
Iedere persoon meer dan tien moet een stuiver betalen.
Er mogen niet meer dan dertien personen in één boot.
Arme mensen en kinderen jonger dan twaalf reizen voor half geld.
De veerman moet als het tij opkomt voordat de veerboot afvaart met een klepper langs alle herbergen van Oudenbosch gaan en het aanstaande vertrek van de veerboot aankondigen door “Tordrecht, Tordrecht” te roepen. In donker weer moet hij deze rondgang met een lantaarn in de hand doen.
Hetzelfde moet de veerman doen in Dordrecht.
Men mag alleen mensen afzetten in Dordrecht en Oudenbosch en dus niet halverwege tenzij het om ridders of bodes van de landsheer gaat.
De veerman mag gebruik maken van de havens van Oudenbosch en Dordrecht.
De veerman zal betrouwbaar en rustig zijn werk doen zodat de reizende kooplieden daar geen last van ondervinden.
De veerman mag niet zonder reden onbeleefd zijn tegen de passagiers.
Tijdens de jaarmarkten zullen alle veerboten tegelijkertijd varen om zoveel mogelijk mensen over te kunnen zetten.
Als de veerman af wil varen en er komt nog iemand aan die een teken geeft dat hij mee wil moet de veerman op deze persoon wachten tenzij er een andere veerboot klaarligt om deze persoon mee te nemen.
Niemand anders dan de voorschreven veermannen mogen deze veerdienst bedienen.
De heer van Bergen en de stad van Dordrecht beloven elkaar dat dit het definitieve document is voor de regeling van de veerdiensten. Men mag niet eenzijdig veranderingen aanbrengen. Dit op een boete van veertien schellingen Vlaamse groten.
bibliografie
Moll, W. (1916). ‘Middeleeuwsche rechtsbronnen van het platteland der Heerlijkheid Bergen op Zoom’. in: Verslagen en mededeelingen van de vereniging tot de uitgaaf der bronnen van het Oud-Vaderlandsche Recht, 7e dl. no. 1, blz. 124-126.
Vos, P., M. van der Meulen, H. Weerts en J. Bazelmans (2018). Atlas van Nederland in het Holoceen. Landschap en bewoning vanaf de laatste ijstijd tot nu, Amsterdam (Prometheus).