Een vergeten woord voor op je bord: de erwet-hauwe

Floris van Schooten, 1630, via Rijksstudio

Soms kom ik in een historische bron een woord tegen waar ik op het eerste gezicht geen raad mee weet. Een woord dat kennelijk naar een alledaagse zaak verwees, maar taalkundig ondoorzichtig blijkt. Zo’n geval is het woord hetauwen, dat opduikt in het huishoudboekje van Hester della Faille, een rijke Antwerpse vrouw die in de jaren 1580 in Leiden woonde. Is het misschien een verschrijving of een vergeten specerij? Nee, het antwoord bleek een stuk alledaagser.

Uit haar boekje van 1585 blijkt dat Hester elke maand voor enkele stuivers hetauwen op de markt kocht. Niet genoeg voor een paar konijnen, een snee zalm of een brasem, maar vergelijkbaar met de prijs van een halve liter melk of een bos radijzen. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt: wat waren dat nou precies, die hetauwen?

In andere zestiende-eeuwse teksten vond ik varianten als hethouwen, etouwen en erfthauwe. Die laatste schrijfwijze bleek de sleutel: het woord bestond kennelijk uit twee delen, erwt (de peulvrucht) en hauwe. Maar waar komt dat mysterieuze hauwe vandaan?

In woordenboeken uit de zestiende en zeventiende eeuw wordt erwethouwe vertaald als pisa in siliquis (Latijn voor ‘erwten in hun peulen’) of l’escosse des pois (Frans voor ‘erwtenpeul’). De betekenis is dus helder: het ging niet om de erwt zelf, maar om de hele peul. Toch is het woord hauwe uit het alledaagse Nederlands verdwenen. Alleen in delen van Vlaanderen, Zeeland, Brabant en een stukje Limburg leeft het nog voort als dialectwoord voor peul of zaadhuls. Ook wordt het oude woord hauwe nog als technische term in de plantenkunde gebruikt.

Over de herkomst van hauwe bestond lang verwarring. Sommige taalkundigen suggereerden een verband met het Engelse awn (‘korenaar’), maar die verklaring houdt geen stand. De meest overtuigende etymologie komt van taalkundige Michiel de Vaan: hauwe betekent van zichzelf ‘omhulsel’ en is verwant aan het Oudnoorse (‘huid’). In combinatie met erwt levert dat een volkomen logische samenstelling op: erwet-hauwe, oftewel erwtenpeul.

Vandaag zou niemand meer zeggen: “Gooi de erwethouwen even in de pan.” Maar precies zulke vergeten woorden geven ons een bijzonder inkijkje in het verleden. Ze vertellen geen verhalen over veldslagen of koningen, maar over wat gewone mensen op een dinsdagavond in 1585 op tafel zetten. En dat maakt dit soort etymologische onderzoekjes zo intrigerend…en zo smakelijk.

Voor een bronverwijzing, zie mijn uitgebreidere etymologica-artikeltje op Neerlandistiek.nl: https://neerlandistiek.nl/2025/06/etymologica-vroegnieuwnederlands-erwet-hauwe-erwtenpeul/

5 gedachtes over “Een vergeten woord voor op je bord: de erwet-hauwe

  1. In de plantensystematiek is het woord ‘hauw’ of ‘hauwtje’ goed bekend. Daar worden bijvoorbeeld de (peul)vruchten van spercieboon of koolzaad mee aangeduid.

    Geliked door 1 persoon

  2. Het zou natuurlijk ook gewoon peultjes kunnen betekenen, dat woord erfthauwe.

    Hier in Duitsland, waar ik woon, noemt men die Zuckererbsen.

    Like

  3. Hallo.

    Erg leuk, dat woord! Ik wilde een reactie plaatsen, maar ik weet niet, of dat is gelukt.

    En er stond een optie met inloggen of aanmelden; ik meen, dat ik me eens had aangemeld, maar dat weet ik niet zeker.

    Vriendelijke groeten Willy

    Like

    1. Hallo,

      Wat leuk dat je een reactie wilde plaatsen; deze is in elk geval goed aangekomen! Dank je wel daarvoor.

      De zestiende-eeuwse betekenis van erfthauwe wordt gelukkig voldoende duidelijk door de Latijnse en Franse definities in de zestiende en zeventiende-eeuwse woordenboeken en woordenlijsten zoals die van Gregor Faber, Kiliaan en Joos Lambrecht.

      Fijn om te merken dat dit soort woorden nog nieuwsgierigheid wekken: hopelijk blijft dat zo!

      Hartelijke groet,

      Alexia

      Like

Geef een reactie op cisvanvuure Reactie annuleren