Gevecht in de herberg van Heerle in 1610

soldaten voor een herberg door Jan Martszen de Jonge 1633

Inleiding

In het rechterlijk archief van Wouw (West-Brabant) bevindt zich een vroeg-zeventiende-eeuws processtuk dat een handgemeen tussen de drossaard (Cornelis de Peeters, de zeventiende-eeuwse politiechef) en de valkenier (een soort van jachtopzichter) beschrijft.[1] Dit processtuk kwam ik toevallig tegen en was zo saillant dat ik het de lezers van dit blog niet wilde onthouden.

De schermutseling vond plaats bij de herberg van Goort Corneliszoon Bollaerts, een landeigenaar met bezittingen in Heerle (het dorpje naast Wouw). Zijn herberg stond waarschijnlijk aan het noordeinde van Heerle (voorbij buurtschap de Hazelaar) aangezien Goort daar zijn hofstede had.[2]

We hebben weet van de schermutseling dankzij een verklaring die door Dinge Willems, de barvrouw van de herberg, voor de Wouwse schepenbank was afgegeven. In de volgende alinea’s heb ik de inhoud van het archiefstuk naar modern-Nederlands hertaald en in een minder ambtelijke stijl proberen weer te geven.


Inhoud

“Op een koude januaridag in het jaar 1610 kwamen twee heerschappen de herberg van Goort Cornelis Bollaerts in Heerle binnen. Een van de heren had een lang geweer bij zich.

 Eenmaal in de herberg, gingen de twee de trap op naar de kamer van Goort Bollaerts waar zich een zekere Gabriel bevond. De arme Gabriel werd door de mannen naar beneden gesleurd en op een bankje bij het vuur geplaatst. Deze heerschappen waren Evert de valkenier en Jacques Andriessen de vorster, de eerste een jachtopziener, de tweede een gerechtsdienaar van het Wouwse gerecht.

Nadat Gabriel beneden was neergezet, ging Jacques weg. Jacques wilde kennelijk niet verder bij de zaak betrokken zijn en vond dat Evert het verder zelf wel af kon. Toen de moeder van Gabriel, die ook in de herberg woonde, het kabaal hoorde, kwam ze van haar kamer en bood Evert aan borg te staan voor haar zoon. Zo was Evert er zeker van dat Gabriel er niet van door kon gaan.

Goort Bollaerts, de schoonvader van Gabriel en de eigenaar van de herberg, was niet blij met de huisvredebreuk en was van plan de drossaard te halen. Hij ging naar buiten om te kijken of hij de drossaard toevallig kon zien maar wellicht vanwege het koude januariweer bedacht hij zich snel. Hij kwam de woning weer binnen en nam de voornoemde Evert terzijde om de zaak te bespreken.

Wat er ook besproken werd, de discussie liep uit de hand. Ze kregen ruzie en Evert ging woedend de gelagkamer weer in. Goort besloot dat het nu toch echt tijd was de drossaard er bij te betrekken. Hij zette zich schrap voor de koude en vertrok naar de Ridderhoek aan de noordkant van Wouw waar de drossaard, niet ver van het kasteel, zijn woning had.

Even later kwam Goort Bollaerts weer terug bij de herberg met de drossaard en een van zijn knechten op sleeptouw. De drie heren kwamen de woning binnen. Het gezelschap in de gelagkamer keek bezorgd. Het gezicht van de drossaard stond op onweer. “Wat is er aan de hand,” gromde de drossaard naar Evert. Evert antwoordde dat hij Gabriel betrapt had op het vangen van kippen. “Wat gaat jou dat aan?” vroeg de drossaard. Evert antwoorde dat hij belast was om hier op toe te zien en toonde hem daar een bewijs van. “Wat wil je nu van Gabriel dan?” vroeg de drossaard. “Zestig gulden!” was het antwoord van Evert.

  Wat volgde was een heftige discussie waarin veel kwade woorden over en weer werden geslingerd. De drossaard besloot om het vuurwapen van Evert te confisqueren. Evert zei tegen de drossaard: “Ge blijft er van af! Ge hebt er geen recht op!” De drossaard antwoordde: “waar heb ik geen recht op?” en trok het wapen uit Everts handen om vervolgens met de kolf van het wapen naar hem te slaan. Meer geschreeuw volgde. De drossaard zette het vuurwapen buiten Everts bereik in het hofje. Daarna wilde de drossaard Evert de herberg uit hebben en beval hem naar buiten te gaan om (letterlijk) af te koelen maar Evert had daar totaal geen oren naar. De drossaard trok toen zijn zwaard en sloeg Evert ongenadig hard met het botte eind.

Zo werd Evert naar buiten gejaagd maar niet lang daarna kwam hij weer binnen om opnieuw om zijn vuurwapen te vragen. De drossaard riep toen luid: “Nu heb ik er genoeg van!” en beval zijn knecht om Evert hardhandig de herberg uit te gooien.”

Epiloog

Hier houdt het verslag van Dinge Willems op. Ik heb tot nu toe geen andere dossierstukken die met de zaak samenhangen kunnen vinden zodat veel van de toedracht ongewis blijft. Waar had bijvoorbeeld de vermeende diefstal plaats gehad? Op het erf van de woning van Goort Bollaerts? Dat lijkt onwaarschijnlijk aangezien Goort de schoonvader van Gabriel was en Gabriel kennelijk bij hem in de hofstede woonde. Was Gabriel door de valkenier op de domeinen van de heer van Bergen op Zoom gezien of was er wellicht een andere reden waarom hij gearresteerd was?

Persoonlijk stel ik me zo voor dat er meer aan de hand moet zijn en dat het een privézaak tussen Evert en Gabriel betrof. Daar komt bij dat bovenaan het stuk de woorden “op seekeren moetwil bedreven bij evart den valckenier ten huijse van Govaert Cornls Bollt” staan. Het oude woord “moetwil” betekende zoveel als willekeur. Dat er willekeur van de valkenier in het spel was, zou ook verklaren waarom Jacques Andriessen na de arrestatie zo gauw mogelijk de herberg weer verlaat en de drossaard geen medewerking aan de zaak wil verlenen. Hoe het ook precies in elkaar zat, zonder aanvullende archiefstukken is de ware toedracht niet meer te achterhalen.


Dankbetuiging

Dank aan Susan Suèr (Erfgoed Leiden) voor haar opmerkingen en raadgevingen over de inhoud van het processtuk


Voetnoten

[1] West-Brabants Archief (= WBA), Rechterlijk Archief Wouw, inv. 115, Evert de Valckenier.

[2] WBA, Archieven van de Raad en Rekenkamer van de markiezen van Bergen op Zoom (= ARR BoZ), inv. 1345 Legger van cijnsplichtige personen of van in cijns uitgegeven percelen van Wouw, ca.1609-ca.1650, f. 225r.

De hofstede van Goort Bollaarts lag volgens deze legger ten westen van de weg en besloeg 8 gemeten bouwland (34000 m2). Verder bezat Goort percelen bij Altena en ten westen van de waterloop Running. Uitgaande van de heerlijkheidskaart van 1758 vermoed ik daarom dat de hofstede/herberg niet ver van de kruising van de “Ouweherenbaan” naar Altena met de sHeerenstraat (de Herelsestraat) lag.

Een gedachte over “Gevecht in de herberg van Heerle in 1610

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s